Schematherapie is een integratieve vorm van psychotherapie die zich richt op het identificeren en veranderen van diepgewortelde patronen, ook wel ‘schema’s’ genoemd, die ons denken, voelen en handelen beïnvloeden. Deze schema’s ontstaan vaak in de kindertijd door onvervulde emotionele basisbehoeften en kunnen leiden tot terugkerende problemen in het volwassen leven.
Wat zijn schema’s?
Schema’s zijn diepgewortelde overtuigingen en patronen die bepalen hoe we onszelf, anderen en de wereld om ons heen zien. Ze ontstaan meestal in de jeugd en worden gevormd door vroege ervaringen met ouders, verzorgers of leeftijdsgenoten. Wanneer deze ervaringen negatief zijn, kunnen disfunctionele schema’s ontstaan die ons in het volwassen leven belemmeren.
Hoe ontstaan disfunctionele schema’s?
Disfunctionele schema’s ontwikkelen zich vaak wanneer er in de kindertijd niet voldoende is voldaan aan de emotionele basisbehoeften, zoals:
- Veiligheid
- Verbondenheid
- Zelfexpressie
- Spel en spontaniteit
- Zelfwaardering
- Autonomie
- Realistische grenzen
Een tekort aan deze basisbehoeften kan leiden tot de ontwikkeling van niet-helpende schema’s die later in het leven voor problemen zorgen.
Doel van schematherapie
Het primaire doel van schematherapie is om inzicht te krijgen in deze hardnekkige patronen en ze te doorbreken. Door te begrijpen waar deze schema’s vandaan komen en hoe ze ons huidige gedrag beïnvloeden, kunnen we leren om gezondere manieren van denken, voelen en handelen te ontwikkelen.
Werkwijze van schematherapie
Schematherapie combineert technieken uit verschillende therapeutische benaderingen, waaronder cognitieve gedragstherapie, psychodynamische therapie en gestalttherapie. De therapie begint vaak met het identificeren van de aanwezige schema’s door middel van gesprekken en vragenlijsten. Vervolgens wordt onderzocht hoe deze schema’s zijn ontstaan en op welke manier ze het huidige leven beïnvloeden.
Een belangrijk onderdeel van de therapie is het herkennen van de verschillende ‘modi’ of gemoedstoestanden die iemand kan ervaren. Deze modi vertegenwoordigen de verschillende manieren waarop iemand met situaties omgaat, vaak als reactie op geactiveerde schema’s. Door bewust te worden van deze modi en de onderliggende schema’s, kan men leren om anders te reageren in situaties die voorheen problematisch waren.
Toepassing en technieken
Tijdens de therapie worden diverse technieken toegepast om schema’s en modi te veranderen, zoals:
- Cognitieve technieken: Het uitdagen en herstructureren van disfunctionele gedachten en overtuigingen.
- Ervaringsgerichte technieken: Gebruik van visualisaties en imaginatie-oefeningen om contact te maken met onderdrukte emoties en ervaringen.
- Gedragsmatige technieken: Het aanleren en oefenen van nieuw gedrag in verschillende situaties.
- Interpersoonlijke technieken: Het verbeteren van relaties en communicatie met anderen.
De therapeutische relatie speelt een cruciale rol in schematherapie. De therapeut fungeert als een soort ‘gezonde volwassene’ en biedt de cliënt de emotionele steun en correctieve ervaringen die mogelijk in de jeugd ontbraken.
Voor wie is schematherapie geschikt?
Schematherapie is effectief gebleken voor mensen met persoonlijkheidsstoornissen, chronische depressie, angststoornissen en andere hardnekkige psychische problemen. Het is met name nuttig voor degenen die merken dat traditionele therapieën onvoldoende effect hebben gehad op hun diepgewortelde patronen.
Conclusie
Schematherapie biedt een diepgaand inzicht in de oorsprong van hardnekkige patronen en reikt handvatten aan om deze te veranderen. Door te werken aan het herkennen en transformeren van disfunctionele schema’s en modi, kunnen cliënten een bevredigender en evenwichtiger leven leiden.
Geef een reactie